Ik woon in een dorp waar we carnaval uitbundig vieren. Ik herinner me nog goed dat ene jaar dat ik als piraat verkleed ging. Compleet met ooglapje, nepbaard en een plastic papegaai op mijn schouder. Mijn inspiratie? Kapitein Jack Sparrow. In mijn kostuum had ik de nodige lol. Al hield mijn papegaai het maar één polonaise vol, voordat hij in een schaal met bitterballen dook.
Carnaval is bij uitstek het feest van zotheid en uitbundigheid. Dé tijd om schaamteloos iemand anders te zijn. Je bedenkt een idee, zoekt een passend kostuum en gooit er een vleugje eigen creativiteit tegenaan. En hop, je bent ineens een superster. Voor een paar dagen ben je Beyoncé in een sexy glitterjurk of Elvis met een kuif zo vol haarlak dat die bijna spontaan ontbrandt. Het mooiste aan dit hele verkleedspel? Je leert er nog wat van ook.
Door het gedrag van een ander te kopiëren kun je leren. Modelleren noemen ze dat. En ik kan je vertellen, het werkt! Niet alleen door het dragen van een mooi kostuum of het uitvinden hoe je een vette kuif maakt. Maar ook door groots te dromen en vooral te durven. Carnaval is een mooi moment om dat uit te proberen. Even loskomen van wie je bent en te onderzoeken wie je kunt zijn. Laat maar zien dat je meer kunt dan je denkt, al is het maar voor een paar dagen.
En het mooie is dat deze truc niet alleen werkt tijdens carnaval, maar ook in het dagelijks leven. Of je nu de directeur van een succesvol bedrijf wil zijn, een hippe moeder of gewoon de beste versie van jezelf: de formule is altijd hetzelfde. Kijk naar iemand die jou inspireert, kopieer zijn of haar gedrag en voeg een snufje eigen flair toe. Et voilà, succes verzekerd!
Dus, wie inspireert jou? Een filmheld, een popster of misschien wel die buurvrouw die altijd de show steelt? Van modelleren kun je leren. Laat het maar zien. Proost! Op het carnaval, of op wie je maar worden wil.